De eerste associatie die veel renners bij de letters PR zullen hebben is die van een desolaat Noord-Frans landschap dat bezaaid ligt met rotsblokken die zou uit de hemel zijn komen zetten. Meer dan deze dobbelstenen had god niet nodig om de hel op aarde te creëren. Slechts een paar stenen, regen, modder, een verlaten uithoek. De taalpurist onder de lezers zou opmerken dat het koppelteken ontbreekt: P-R.
Maar als eigenaar van dit getyp voel ik me zo vrij mijn eigen associatie met u te delen. Als renner – en soms ook als mens – ben ik voortdurend bezig mijn eigen grenzen te verleggen. Sneller, langer, verder. Maar toch vooral sneller. Elke tijdrit weer, probeer ik sneller te gaan dan ik ooit gegaan ben. Die andere deelnemers zijn prima, maar in mijn zoektocht naar persoonlijke records, slechts kleuring van parcours, een duiding van de prestatie, of een mikpunt aan de einder.
Vergelijking met anderen is altijd oneerlijk. Aanleg, getraindheid, materiaal, motivatie, inzet; het is niet het jouwe, het is buiten jouw invloedsfeer. Hij die zichzelf overwint, is sterker dan… Afin, u kent het spreekwoord wel. Er is maar een probleem pr’s: zolang je ze veel rijdt stellen ze niet veel voor, en als ze dat wel doen rijdt je ze nog zelden.
Donderdag waren de omstandigheden er om een nieuw pr te rijden. De benen waren goed, de zon scheen – en dat was te zien, het asfalt lag er schoon bij, het waaide stevig – maar de richting was de juiste, er was een groot startersveld – en dat gaf sfeer. Mijn vorige pr reed ik tijdens de clubkampioenschappen, een uit gelezen moment om te pieken. Of dat nu ook zo zou zijn?
De start was voor de wind. Cruyfiaanse wijsheden zeggen dat het de finish extra zwaar maakt, en dat de intensiteit moeilijker is in te schatten, maar dat daar tegenoverstaat dat je direct op snelheid bent en je iets kan sparen in het begin. Hij zou zich alleen met voetbal moeten bemoeien, of zelfs dat niet. De eerste bocht had ik een tegenligger. Ze rijden altijd in de weg, die tegenliggers. Daarna gaat het iets naar beneden en zit de snelheid er weer rap in.
Het tempo weer omhoog, de bocht die volgde ging goed voor mijn doen. Even uit het zadel en aanzetten. Op naar het keerpunt. Ik leek op koers te liggen. Mooi, heel mooi. Het keerpunt was geen pretje. Eenmaal terug in het zadel stond er tien minuut negenendertig op de teller. Het zou krap worden. Temeer omdat het stuk (nagenoeg)haaks op de wind tijdens het inrijden sneller leek te kunnen op de heenweg. De praktijk was gelukkig anders. Terug ging het harder. Nog meer moed voor de brave burger.
Na de laatste bocht is het een streep naar de finish. Nu ja, het eerste deel is er beschutting van een bossage. Een klein knikje en ‘t dijkje af. De wind vol in de bakkes. Nog dieper kruip ik weg achter m’n stuur. Trappen, trappen, trappen! De hartslagmeter begint te knipperen. Meer dan negen slagen boven omslag. De resterende seconden voor het pr tikken weg. De finish komt met rasse schreden naderbij. Twintig minuten zwoegen, zweten, en pijnlijden balt zich samen. De wind tempert de snelheid. Slijm verlaat de mond. Nog tien, nog negen, nog acht, nog zeven. Binnen! Yes! Yes! Bingo! Binnen!, Wow! PR!
[...] weinig wind, maar het lag gezien de warmte en vochtigheidsgraad in de verwachting dat er weinig pr’s gereden zouden worden. Het wegdek was nog nat van de buien eerder op de [...]
[...] eerste pr van dit jaar, en wel met 65 seconde. De weg omhoog is gevonden. Ik kijk met enthousiasme uit naar [...]
[...] het was een wonder dat ik ondanks dit alles, met 21:09 zo dicht bij m’n pr [...]
[...] maar met de deur in huis vallen: gisteren verbrak ik – eindelijk, na twee jaar – mijn p.r.. Dat wil dus zeggen, diegene waar ik de meeste waarde aan hecht (Hmm, of toch aan deze?). Hoe het [...]