Archive for October, 2009

Moe

Sunday, October 18th, 2009

Het is half oktober. M’n ogen zijn nog dicht als ik opsta. Ik loop onder de douche door. Tenminste, dat neem ik aan, want dat doe ik altijd. Herinneren kan ik het niet. Met de fiets aan de hand loop ik naar de lift. Dit is wederom een aanname, maar aangezien m’n fiets niet vanzelf gaat is het wel de meest waarschijnlijke verklaring.

Het is half acht en ik zit in de oto op weg naar Drenthe. Half acht! Zondagmorgen, wat zeg ik: zondagnacht. Ik lijk wel ben gek. Mijn digitale fietsvriendjes wachten op me. Alle vier.

De oto gaan vanzelf. Tom doet er lang vooral het zwijgen toe, en de cruisecontrol regelt het gaspedaal. Kwestie van binnen de lijntjes kleuren. Ik heb de kleuterschool met succes afgerond, dus dat lukt aardig.

In Drenthe ontmoeten anderhalve man en een paardenkop. Nu ja, wellicht tien mannen (m/v) en vijf paardenhoofdenkoppen. Het blijft Drenthe natuurlijk. Nergens, en daar midden in, treffen we een café. Het is zowaar open. Sommigen bestellen appeltaartgebak, ik ga voor de mosterdsoep.

Asfalt is een uitvinding die zijn doorgang in het hoge noorden nog niet heeft gehad. Althans, niet overtuigend. Vele karrensporen, schelpenpaden en kasseistroken dienen als ondergrond. En soms, moeten we door een zandbed.

Het is een week na mijn laatste tijdrit en ik ben moe. Onderweg naar huis val ik bijna in slaap in de oto. Als ik mijn bed zie, gaat het licht uit.

Oppeens ben ik wakker. Ik rijd door de Veluwe op een mij nog onbekende zwarte cyclocrosser. Mijn benen trappen rond, zuurstof in de longen. Het is al half november.

Snotweer

Saturday, October 10th, 2009

Als ik het bed uitstap voelt het hoofd zwaar. Slikken heeft nog het meest weg van het aantrekken van een te strakke spijkerbroek en mijn benen zouden niet misstaan in het assortiment van dokter Oetker. Zij blijft liggen vandaag. Al drie dagen is het niet veel soeps, maar naast een ontstoken oor, een lichte verkoudheid en algemene lamlendigheid is nu ook misselijkheid aan de diagnose toegevoegd. Een kus op haar voorhoofd veranderd daar niets aan. Ik ga dus alleen.

Voor de laatste keer dit seizoen laad ik de hele poppenkast in. De wielen, het frame, de helm, de schoenen inclusief earocovers, de fietspomp, de gereedschapskist en – en dat is nieuw – een Tacx inclusief Tacxwiel. Het is een wonder dat het nog steeds past in ons gemotoriseerde koekblikje. Ik check alles een laatste keer en merk daarbij op dat ik het snelpak al aan heb (de oplettende lezer had dat natuurlijk al gemist in de eerdere opsomming). Ik kan vertrekken.

In vroeger tijden was Noordeloos ongetwijfeld lastig te vinden, maar mijn digitale bijrijdster werkt op satellieten, niet op een kompas, en dus kom ik zonder oponthoud tijdig op de plaats van bestemming. Nadat het rugnummer is opgehaald rijd ik naar een nabij de startlijn gelegen parkeerplaats en laad de hele kermis uit. Oom Erwin heeft slecht weer voorspeld, maar tot op heden is er een waterig zonnetje aan de hemel, en dat geeft de burger moed.

Maar op het moment dat mijn twee trouwste fans arriveren vindt Pluvius het mooi geweest, om het eens Brucoïaans te duiden. Met een vest om de schouders sta ik aan de start te schuilen  onder de paraplu van de man die meer kan dan op zondag het vlees snijden. Moederlief keuvelt wat met een klasbak die geveld door een hevige verkoudheid met een camera in de hand de wedstrijd van de zijlijn gade slaat. Morgen hopelijk beter, waren zijn optimistische woorden.

De rit is kort en hevig, net als bui die is losgebarsten vlak voor het vertrek. De regen slaat op de bril neer, en het zich is slecht. Takken en plassen liggen op de weg en door elkaar en de wind is striemend. De eerste bocht ga ik glibberend door. Als ik de odometer moet geloven ben ik stilgevallen. Er prijkt 0,0 op de display. Het zal wel. Direct na de tweede bocht krijg ik een nieuweling in het vizier. D’r op en d’r over. Daarna draait het parcours wind mee. Op de 53:13 gaat het hard, maar toch niet soepel. Op karakter gaat het laatste stuk tegen de wind terug. Ook mijn lijf is niet top vandaag.

Na de finish linea-recta naar de oto. De spullen er snel in en weg hier. Ik ril, en snotter. Wat een weer. Volgend jaar hopelijk beter…

Camp

Friday, October 2nd, 2009

Clubliefde gaat ver, heel ver. Of ik mij als representant van Leidse Tour- en Wielervereniging Swift wilde aansluiten in de jaarlijkse taptoe ter meerdere eer en glorie van het feest ter herinnering aan het ontzet van Leiden. Zeg dan maar eens nee.

Ik heb helemaal niets met de jaarlijkse festiviteiten op en rond 3 oktober in mijn woonplaats. Ik kan mij nu eenmaal veel leukere dingen voorstellen dan hutspot eten met mijn dronken buurman, of mee lallen op stadsheldin Mary. Een ieder zijn meug.

Maar als ik iets doe, probeer ik het goed te doen. Dus toog ik in mijn meest opvallende wieleroutfit, rijdend om mijn meest opvallende fiets richting het verzamelpunt. Een aanhangwagen duidend dat ik tot de amateurs behoorde, deed de rest: