Aangezien m’n liefje zware promotiestress heeft, en ik in tegenstelling tot eerdere jaargangen, heb besloten de basis van mijn wielerseizoen qua trainingsvolume in het voorjaar én de wintermaanden te leggen, ben ik vandaag lekker gaan trainen met Il Boia en Bruco. IJs en weder diende, was de afspraak. En ijs was er, het (mooie) weer was in geen velde of wegen te bekennen.
Bij gebrek aan walrusachtige speklaag was ik vandaag dik ingepakt. Naast een standaard koersbroek, beenwarmers, thermoshirt met lange mouwen, wielershirt, lange broek, armwarmers, winterjas, bivakmuts, neopreen overschoenen, had ik mijn standaard handschoenen maar vervangen voor een wollen exemplaar. Een verstandige keuze.
Het blijft moeilijk, ‘zomaar’ trainen. De deur uit, een rondje kiezen dat lang genoeg is voor wat je in het hoofd hebt. Liever knoop ik er iets aan vast. Een bezoekje aan m’n ouders, vrienden, of verenig ik het nuttige met het (soms minder) aangename, in de vorm van woon-werk-verkeer. Dit keer was het in die zin makkelijk dat de beul de route en het tempo koos. En dat hebben we geweten.
De vooraf overeen gekomen één à twee uur, afhankelijk van het weer, bleek nogal rekbaar. Met zowel de twee uur, als Leiden in zicht, besloot de beul, dat er nog wel een lusje aan vast geknoopt kon worden. De ei veranderde in een ij, en mijn linker bovenarm en schouder protesteerden (een pijntje dat ik wel vaker heb, maar ook versterkt door vorig jaar) hevig. De twee blikjes cola die ik bij me had, waren nauwelijks afdoende om de suikervoorraad op peil te houden.
Toen de haven voor de tweede maal in zicht kwam, kreeg ik visioenen van gebakken eieren met spek, en de rups zag hamburgers vliegen. Of hij die laatste heeft verorberd bij wijze van lunch weet ik niet, maar mijn visioen werd voor de verandering de waarheid. En vanavond maak ik denk ik samen met m’n liefje die zakjes spekjes soldaat, die nog uit een kerstpakket afkomstig zijn. Zolang het zo koud blijft, kan ik maar beter een beetje meer op een walrusje gaan lijken.
‘Zomaar’ trainen? Mèn, dit was de shit…
Bij thuiskomst waren de hamburgers gevlogen; bammetje pindakaas deed ‘t ook. Moet, i.t.t. tot jou ook de walrus in mij aan banden leggen.