Archive for February, 2010

Wit

Tuesday, February 16th, 2010

Met oog op morgen het wielerseizoen. Buiten is het wit, binnen in de sportschool zit Corniel. De oplettende lezer knippert met de ogen. Leest u dat goed? Corniel in de sportschool? Ik zou deze vraag bijna Smeetsiaans bevestigend herhalen. Maar daar zit u wellicht niet op te wachten.

Blijft de vraag wat wie brengt Corniel in de autogarage die Ramdas SportCenter heet? Zijn naam is De Wit, Norbert de Wit. Wielertrainer bij WebTrainer.nl. In plaats van op goed geluk wat aan kloten – vandaag eens een tochtje D1, morgen is een blokje D3 of twee – is er vanaf afgelopen maandag een strak schema af te werken. Een schema dat er voor moet zorgen dat ik dit seizoen twee maal fabelachtig kan pieken. Gloreren tijdens de Grand Prix Vijfhuizen in de vroege zomer, en wellicht zelfs zegevieren tijdens het CK, NK (voor kneuzen, dat dan wel) en de Montstertijdrit in september, de maand M.

De Wit is een vriendelijke, gemoedelijke, en bescheiden wielrenner. Een tijdrijder pur sang, met een ruime ervaring in het begeleiden van wielrenners. Naast talentloze brokkenpiloten als ik, begeleidt hij ook renners met enige talent, waaronder een flink aantal Swabisten. Eliterenners uit de regio, die LRTV Swift (m’n cluppie) respectievelijk Avanti en De Bollenstreek ontgroeid zijn. De Wit reed tot vorig seizoen zelf trouwens ook mee in dit sterrenensemble. Hopelijk houdt ie het een beetje met me uit.

Maar goed, dat trainen op kracht, op spier(massa) ontwikkeling. Dat is niet des Corniels. Jaren geleden – ik was nog een tiener – heb ik tot twee maal toe vergeefs geprobeerd een bredere torso te kweken door met gewichten en monsterlijke apparaten (niet te verwarren met tt-monsters) in de weer te gaan. Zonder enig succes, maar dat zal voor diegene die mijn postuur kennen geen verrassing zijn.

Dus toen ik vanavond met knikkende knietjes binnenliep, aangestaard door  jonge mannen met opgepompte borstkassen en dertigers en veertigers waarvan de noodzaak om aan hun lichaam/conditie te werken overduidelijk zichtbaar was, voelde ik me direct de vreemde eend in de bijt. Gelukkig kon de eigenaar wel iets met het programma dat De Wit voor  me had bedacht.

Dus daar lag ik, hopeloos het scharminkel op de grond, drie maal dertig sit-ups te doen, net als een oneindigheid aan leg-pull-, -push-, en -press-oefeningen te doen, hier en daar een steunbetuiging in ontvangst nemend van de eigenaar, die volgens mij niet weet dat er ook fietsen zijn met voorwiel. Wat het resultaat op lange termijn zal zijn, is nog onduidelijk, voor de korte termijn weet ik het nu al: spierpijn…

Drop

Wednesday, February 10th, 2010

Meten is weten, gissen is missen. Het is een dooddoener eerste klas (ik kreeg hem in de tweede, edoch dit ter zijde) maar voorwaar, ook zeer waar. Om die reden was ik al enige tijd op zoek naar en manier om te bepalen of ik beter op m’n racefietsen kon zitten. Het liefst zo diep mogelijk. Drop it like it’s hot. Wat kon mijn lichaam aan? En, was dat dan ook verstandig?

Nu is het net als met echte wetenschap zo dat er verschillende methodieken zijn, waarvan de een niet noodzakelijk beter is dan de ander. Zo heb je BioBike dat redeneert dat als je bij constante hartslag het meeste vermogen levert, dat dan ook automatisch je meest comfortabele positie is. Los van de aerodynamische factor, voor een tijdrijder niet onbelangrijk, een interessante uitgangsgedachte. Ook de on the fly aanpasbare BioBike is indrukwekkend. Duur…

Dan heb je fietsmeting.nl (Chris Brands).  Voor 160 euro (toch een flink bedrag) meet ie je helemaal na, en zet je vervolgens op en ergometer. Daar wordt een filmpje van opgenomen en geanalyseerd. Heel indrukwekkend, maar ook een flink bedrag.

Voor mijn Gazelle V8 was ik door bikefitting.com mangel gehaald. Een typisch geval van de wet van de grote aantallen. Veel maten in een database, een magische formule en tada: een uitkomst. Leuk natuurlijk, maar goed, ik ben niet geïnteresseerd in wat goed is voor de massa. Het is echocentrisch, maar in dit geval gaat het alleen om mij…

Maar goed, toen Jan van Dijk, die in het digitale leven meer naam maakt als MTB-fool (I rest my case) mij uitnodigde om een (bikefitting) meting te laten verrichten, was ik toch benieuwd. Vooral omdat m’n locale fietsenboer destijds wel de Gazelle had afgesteld na aanleiding van de meting, maar geen ‘nazorg’ had geleverd. Die nazorg zou toch het verschil tussen WFM (Wet Finger Method) en het meten is weten.

Over de reis ernaar toe kan ik kort zijn: die was (met dank aan de sneeuw) lang. De ontvangst was hartelijk. Ik heb altijd moment nodig om aan mensen met een zuidelijke tongval te wennen, het ging dit maal bijzonder snel. Als snel werd ik langs de meetlat gelegd. De cijfers waren (gezien de eerdere meting) geen verrassing, al heb ik de oude uitkomsten niet meer. Wel heeft onze fool een schrijffout gemaakt want mijn rechtervoet is echt geen 8 mm korter dan mijn linker (wel 2mm langer, en ze waren al zo groot).

Maar toen het echte werk. Naar het gepruttel van de PC en  het ratelen van de printer het handwerk. Het kijken naar de positie. Hoe zit je op dat ding?

Vol verbazing ging de rolmaat van midden zadel tot het cranckstel. Maarliefst 84 cm! Die verrekte computer kwam op 801 mm. Ik verzekerde hem dat ik met mijn zit (op het uiterste puntje) prima zat. Dat was nog steeds 81 cm, dus we gingen eens kijken. De conclusie: ja, dat kan wel. Door die bageerschuiten van je, en door de grotere hoek, overstrek je je knie  niet. En bedankt.

Maar de drop – een voor m’n tt ging het me daar toch om – was niet goed. We kwamen op 18 cm, 45 mm meer dan geadviseerd. Tja, voor comfort ga ik wel op de bank zitten. Jan dacht er het zijne van, en vond het onverstandig.  Het is vragen om klachten. Ik zal eerlijk zijn: ik houd het in m’n achterhoofd en als ik last krijg tijdens het tijdrijden, gaat ie alsnog omhoog.

Maar dan de Gazelle. Afgesteld op basis van een meting. Niets mis mee. Maar dit stuk eigenwijs, met spacertorenallergie, had z’n spacers er tussen uit gehaald. Ik ben toch geen toerder. Ik ben een tijdrijder, en die zitten diep!

“Je zit verkrampt, je schouders hangen.” Jan pakt me bij de schouders beet. Ik moet toegeven dat ik al een jaar lang pijn heb in mijn linker arm en schouders als ik langer dan een uur op de fiets zit, een kwaaltje dat ik al een jaar voor iedereen verzweeg. De rolmaat komt er bij: 1,5 cm. Precies de spacertoren die ik had verwijderd. Zonder pardon wordt de schroevendraaier in het balhoofd gestoken. De spacers gaan weer onder de stuurpen…

Ik voel me zweven op de ergotrainer. Die 1,5 cm is echt een wereld van verschil. Ik houd me nog een beetje groot en zeg dat ik het zo wel houd, maar het stemmetje in m’n hoofd zegt: wow, relaxt! De tijd moet het leren natuurlijk, maar het zou zomaar kunnen dat iemand mij vanavond een heel onverstandig en eigenwijs idee uit het hoofd heeft gepraat ten faveure van mijn schouders. Afzien tijdens een tijdrit of criterium is tot daar en toe, maar een lange training moet ook comfortabel zijn. Toch?

De ploegleider was mee, en tot nu toe had hij vooral gezien dat alles goed was. Nu moest hij er zelf aan geloven. Aangezien ik literair (of wat daar voor door moet) in alle rangen en standen geklopt wordt door deze grootheid, verwijs ik u gaarne door naar zijn blogsel over zijn bevindingen van de avond. Dan leest u ook eens iets vermakelijks.