Als je – zoals ik – weinig vet op de botten hebt en smal gebouwd bent, en redelijk door kan rijden een fiets, heb je in Nederland zelden voordeel van je postuur. Als je aan de start verschijnt van een criterium of omloop, sta je tussen mannen die stuk voor stuk breder en zwaarder zijn uitgevoerd, en tijdens tijdritten lijken met name reuzen mee te doen, met benen, armen en nekken als staalkabels.
Toen mijn wielerkennissen  (vrienden gaat wellicht nog wat ver) van wielertoerist.nl dan ook notitie maakten van hun Camerig Classic, zette ik deze direct in mijn agenda, en besloot ik daar eens goed te laten zien, dat ik echt niet zo traag ben als sommige mensen wel denken. De Camerig Classic namelijk, is een wedstrijd over 120 km met zo’n 2000 hoogtemeters. Daar zou ik die brede krachtpatsers toch wel achter me moeten kunnen laten.
Helaas mocht het niet zo zijn. Niet het parcours, maar het weer gooide roet in het eten. Bij het uitladen van de fiets, en het omkleden miezerde het al op een hele vieze manier, maar tijdens de SUST/inrijdronde deed Pluvius er een paar schepjes (emmertjes) bovenop. Ik was doorweekt en koud tot op het bod, en de wedstrijd moest nog beginnen.
Omdat de wind, de heuvels, de regen en het verschil in talent de groep al tijdens de inrijdronde flink uit een had gereten, wachtten we een redelijke tijd totdat iedereen weer was aangesloten, voordat het echte startschot klonk. De kou was niet meer te harden, en ik vroeg me serieus af wat ik hier ook al weer deed, dat ik geen potten meer ging breken was wel duidelijk. Sommigen waren wijs, en zeiden dat ze niet mee deden onder deze onverantwoorde omstandigheden. Wijsheid is niet iets waar ik van overloop, dus ik bleef staan.
Toen we los gingen, hoopte ik nog dat de het wedstrijdtempo mijn lichaam zou aanzetten tot een betere verbranding en dat het lichaam daardoor wel zou opwarmen. Dat was een misrekening. Al snel blokkeerde, zowel de benen, als de interne verwarming volledig. Aan alle kanten werd ik voorbij gereden door mannen die ik normaal gesproken op het vlakke prima kon volgen en die toch duidelijk meer man mee omhoog moesten tillen dan ik.
Wat er daarna gebeurde heb ik minder bewust meegemaakt dan me lief was. Ik weet dat ik langere tijd opreed met de forummoderator, maar weet eigenlijk niet of hij mij of ik hem achter me liet. Ik gok het eerste. Ik vond aansluiting bij een groep waarmee ik afdalingen deed, waarvan ik me alleen kan herinneren dat ik het grind, de scheuren en tegemoetkomende auto’s probeerde te ontwijken. Na enige tijd kon ik niet meer aansluiten en werd het gat langzaam groter.
Weer onder aan de Camerig aangekomen stond daar gelukkig een renner die met behulp van een Garmin ons beide weer terug loodste naar het parkeerterrein. Hij heeft tegen me gepraat en gezegd hoe hij heette. Het wat en hoe daarvan is me onschoten. Pas met het bordje “Gulpen, 2 km†op mijn netvlies was mijn lichaam weer enigszins instaat iets te doen. Ik ben op kop gaan rijden tegen de wind in en heb die geloof ik niet meer afgegeven tot we Gulpen binnen reden.
Ik ben in de auto terecht gekomen, maar had niet meer de helderheid van geest om te bedenken dat ik eerst de auto kon starten en de kachel aan te zetten en daarna op te warmen. Ik probeerde het andersom. Zonder succes zal u begrijpt. Pas toen ik na afloop met twee anderen in het café zat kwam ik weer een beetje bij de mensen. Toen besefte ik me ook,  dat ik nog blij mocht zijn dat ik een regenjack had kunnen lenen…
(Waarvoor dank)
Volgens de buienradar concentreerde de regen zich dan ook echt precies waar jullie zaten. In de rest van NL was het “prachtig” weer. Balen, maar deze actie getuigt in ieder geval wel van een hoog bikkelgehalte
[...] maar zo bleef ik droog. Het was guur, koud, én nat. Beestenweer, en aangezien ik nog steeds geen regenjack bezit, zou ik anders reeds verkleumd en een verzopen kat gelijk aan de start staan. Slecht plan [...]