Archive for April, 2010

Leenwiel

Wednesday, April 28th, 2010

Ik heb een naam hoog te houden als het gaat om het vergeten van noodzakelijke attributen. Ik vergat al eerder schoenen, een volledige tas met kleding, eten en drinken tijdens een cyclo, een regenjack, en ongetwijfeld nog veel meer. Vandaag kan ik aan dat illustere rijtje een fietspomp toevoegen.

Aangezien m’n HED H3 voorwiel is voorzien van een tube met latex binnenwerk is deze in geen tijd zacht. Zonder pomp begin je dan niet veel. Gelukkig wilde Christian wel een wiel uitlenen. Baten deed het niet, want ik reed niet best. Net onder de 15 minuten (14:54,63), maar best was het niet.

Tot overmaat van ramp zit er nu een (mini)slag in dat wiel. Heb ik weer…

Gesmeerd

Tuesday, April 20th, 2010

Vorige week was het nog een ware pelotonkwelling, vandaag ging het al een stuk beter tijdens de Swift/Neuteboom Tweewielers Dinsdagavond Competitie. Niet dat ik me goed voelde. Ik kwam moe uit bed – wellicht ingegeven door een straffe drie uur durende D2 training van gisteren – en behield de hele dag een slap gevoel in mijn benen. Toen ik om 17:00 thuis kwam wilde ik dan ook niets liever dan naar bed.

Maar ik ging toch. Even inrijden met De Wit. Met opbeurende opmerkingen (mooie wielen heb je), nuttige tips (hier inhouden, deze bocht goed hoog insturen, hier klein schakelen en sparen), maar ook een kritisch woord: Je moet platter door de bocht, en smeer je ketting eens.

Vol goede moed gingen we van start. Siem – de sluwe schaatser – Eykelenboom, ging er (zonder mij te informeren) als een raket van door. Ik zat te ver van achteren om mee te springen, eenmaal op kop aangeland zat er te weinig snelheid in om ook los te raken. Voor straf bleef ik op kop rijden tot onze dappere vluchter was bijgehaald.

Daarna gebeurde er lange tijd niets. Ten eerste omdat niemand van zin leek om iets te ondernemen maar ook omdat de rapste A-mannen in geen tijd aan de deur klopten. Maar omdat ze er zoveel zin in hadden – die rappe mannen, moesten er een flink aantal minder rappe en zelfs relatief trage A-mannen passen zo nu en dan. Zo’n zeven ronde lang kwamen er steeds nieuwe flarden A-mannen langs.

In de tussentijd babbelde ik wat met forum.fiets.nl moderator D. Zo dreigde hij een topic te openen “Help Corniel aan kettingsmeer”, en beklaagde hij zich dat hij na elke sprint voorwaards – o.a. de Bult op – lang moest bijkomen. Ik klaagde mee, en constateerde dat het tempo nu in ieder geval praatvriendelijk was.

Toen de laatste A’s on dan eindelijk gepasseerd waren gebeurde er nog steeds niet veel. Het gat tussen de geslagenen  en het B-garnituur werd maar langzaam groter. Weer een aantal ronden gebeurde er niets, totdat men vooraan in de remmen leek te knijpen. En voor ik er erg in had zat ik bijna vooraan vlak voor de Bult.

Ik gaf gas, heel veel gas, en beukte omhoog. De bocht door. Achterom kijkend zag ik twee mannen mee. De Bult af, langs de jury: Het drie rondenklassement gaat nú in. Ik schakelde over op TT-modus. Medevluchter 1 nam kort over, medevluchter 2 kam niet langszij.  Ik nam weer de kop. Medevluchter 2 nam heel kort over. De Bult diende zich weer aan. Ik kwam langszij. Hartslag rond de 180 (3 onder max). Tempo erin. Twee vluchters in mijn wiel.

Drie ronden lang ging dat zo door. Gingen ze over me heen voor de drie-ronden-klassement-punten? Vast, ze hadden zich natuurlijk gespaard. Het peloton kwam ook al langzaam dichterbij. Ik wilde wegblijven en voerde het tempo nog eens op. Ik keek opzij. Ze deden niets. Wow, eerste in het drie-ronden-klassement. De kombocht door, ik begon de wind te voelen en het peloton slokte ons alsnog op.

Verder gebeurde er niet veel. Nog drie ronden te gaan. Langzaam naar voren. Misschien zit er een  mini-Cancellara in (niet dus). De laatste afzink de Bult af. Derde positie, ik wilde vooruit. Siem (het is echt een aardige kerel verder) hield de deur dicht. Vol gas rijd ik mee. Mensen die willen en kunnen sprinten gaan over me heen. Voor mij rest de achtste plek. Best lekker.

De commentaren na afloop waren bemoedigend: Jezus, wat reed jij hard (medevluchter), wat ging jij vierkant door de bocht (moderator D), smeer je ketting eens het leek wel een muizenval (Swift-brompot).  En ik vond het nog wel zo gesmeerd gaan…

Tik

Thursday, April 15th, 2010

Onlangs heb ik via het grote wereldwijde web een SRM gekocht. Dat is een crank met vier extra stukjes metaal erin, waar als je er aan trekt een spanning over komt te staan. Er zit een hip rood kastje/display bij en een chipje in die één en ander omzet in leesbare data. In Watt onder andere.

De vorige eigenaar van dit veel te dure speelgoed woont aan de andere kant van de grote plas, dus de lader  kon niet zomaar in het Nederlandse lichtnet geplugd worden. Tussen de bedrijven door had ik daar wat op gevonden (met een stroomomvormer) en ik had een beetje zitten pielen met de aansluiting. Zonder succes.

Bij aankomst in Woubrugge hinkte ik nog op twee gedachten: zal ik kijken of e.a. het nog doet, of zal ik het laten voor wat het is? Uiteindelijk voor het laatste gekozen en gaan inrijden.

Het ging allemaal niet heel soepel en toen ik m’n Tacxwiel verving door m’n disc, leek m’n hippe nieuwe aerodynamische achterrem aan te lopen. Wat gevloek en gepiel met geleend gereedschap later, leek het in orde.

Nog even een stukje fietsen, en wat denk je? Getik. Heel irritant.
– Loopt die rem nog steeds aan?
– Shit, ik moet bijna starten…

En niet veel later reed ik dan. Met tikkende fiets. M’n snelheidsmeter gaf hele rare waarden: 38, 45, 38, 65, 42, 80, 37, tik, tik. Ik had geen tijd om er over na te denken, behalve dan, dat de sensor wellicht aanliep, of dat de tik een hick-up in m’n teller zou veroorzaken. Tik, tik, tik, tik.

De hartslag zakte zelf weer even onder m’n omslag. Na de bocht ging het beter. Tik, tik, tik, voor de wind schakelde ik naar de 54:14. Het moest wel hard gaan, gezien het feit dat ik dat lekker rond kreeg. Tik. De slinger ging ik te hard in, waardoor ik voor het tweede deel meer moest remmen dan me lief was. Tik, tik.

Toch was ik zo weer op gang en schakelde zelfs door naar de 54:13. Een verzet dat ik zelden hanteer. Wow, het waait. Maar die tik! De hartslag ging goed het rood in met 176 slagen, maar ik werd gek van dat tik, tik, tik, tik, tik.

De finish kwam in zicht. Tik, tik, tik, 10:24. Deceptie, tien seconde langzamer dan vorig jaar. Pas toen ik weer bij m’n positieven was zag ik wat er mis was: de snelheidsensor liep idd aan, en mijn voorwiel zat verkeerd om. Iets wat met een Hed H3 wel degelijk uitmaakt. Daar sta je dan met je mooie materiaal, jezelf een beetje tegen te werken.

Een schrale troost. Lance Armstrong Der Jan (met dank aan Bruco) ging me voor…

Pelotonkwelling

Tuesday, April 13th, 2010

Na twee weken waarin ik door een verrekte nekspier en organisatiestress niet veel gefietst had – nu ja, ik had me zondag nog vrijwillig afgebeuld – had De Wit bedacht dat ik vandaag maar weer eens moest aansluiten bij de Swift Dinsdagavond Competitie. Ter compensatie van mijn gemiste D3- en weerstandtraingen. Beetje chillen ín het peloton, af en toe op kop sleuren, zo nu en dan flink in het rood trappen, en wind happen.

Toe hij het zei, klonk het simpel. De laatste twee opdrachten gingen dan ook goed. Voor de rest bakte ik er niets van. Het begon al tijdens het Vanderpoeltje* naar huis voelde het al niet zo oké. Ik kreeg honger. Ik had op advies van De Wit goed gegeten, maar dat mocht dus niet baten. Ook begon het lichaam te rillen, terwijl ik me toch goed had ingepakt.

Alsnog een pitstopje thuis ingelast. Suikerwater naar binnen, nog een extra krentenbol. Thermoshirt onder het snelpak (en de trainingsjas) en de deur uit. Of toch niet? Ik voel me niet top. Ik heb het nog steeds koud. Ik voel me nek. Wat een geklaag. Gaan!

Op de Bult tref ik veel bekende gezichten. De Wit staat voor mij in de rij, maar heeft het zo druk met een goed gesprek met een blonde klasbak(ke), dat ik me helemaal niet opmerkt. Ik ben om zijn aandacht te trekken. Ik mis startnummer 42, en krijg 43. Dat ik daar van baal zal slechts door een select gezelschap begrepen worden vrees ik.

Als de A’s vertrokken zijn, zijn er nog een heleboel B’s over. Veel meer dan verwacht en gehoopt. Ik handhaaf me twee rondjes halverwege, maar voel me er niet lekker bij. Het kost me meer kracht dan ik wil, en zo nu en dan hoor ik gemopper over mijn sturen. Ik heb alle reden om tegen velen terug te mopperen, maar ik heb er geen zin in. Langzaam maar zeker laat ik me afzakken zak ik af.

Binnen 15 minuten kloppen de A’s achter aan. Ik overweeg in hun kielzog mee naar voren te sneaken. en dan te kijken of ik op kop iets kan doen. Maar ik blokkeer. Ik merk dat ik grotere gaatjes laat vallen. Daarnaast gaat het tempo bij de B’s nu ook omhoog. Het gaat met de A’s wordt nauwelijks groter.

Na een tweede kwartiertje ben ik er klaar mee. Genoeg pelotonkwelling voor vandaag. Het lijf is verre van oké, en het gaat hem echt niet worden. Als ik bij het clubhuis arriveer, denkt men dat ik (materiaal)pech heb. Dat is ook een manier om er naar te kijken…

Vrijwillig

Sunday, April 11th, 2010

Drommen filosofen hebben zich het hoofd gebroken over de vrije wil van de mens. Waarom maken we de keuzes die we maken. Waarom reizen sommigen met een camper vol bier af naar Carrefour de l’Arbre af om daar – verkleumd van de kou – hun helden toe te schreeuwen? En wat bezielt anderen om in die zelfde kou, met hun snufferd tegen de wind een rondje (een hele grote rechthoek) door de Flevopolder te rijden?

Is dat uit vrije wil, of zijn er hogere machten in het spel? Kwelgeesten, die ons mensen allerlei waanideeën influisteren: je kan harder, zie af, je bent nog lang niet moe genoeg. Of is het zo dat we ons geen voorstelling wensen te maken van welk lijden ons nog te wachten staat, en tuimelen we er keer op keer met open ogen weer in?

Welk mechanisme het ook is, toen ik 1 december 2009 het plan wereldkundig maakte waar ik al ruim en jaar mee rondliep, kon ik niet bevroeden wat dit allemaal te weeg zou brengen. Maarliefst 110 renners planden een zondagochtend in om 40,8 kilometer lang zich het snot voor de ogen, en licht uit het hoofd te fietsen. Natuurlijk zaten daar redelijke mensen tussen, die op dit doldwaze plan terug kwamen, maar 78 van het verschenen aan de start.

Sterker nog, nadat ik samen met m’n vriendin 3 stopwatches, 1 laptop, 1 picknicktafel, 120 krentenbollen, 18 flessen cola, 18 flessen sinas, 8 pakken appelsap, 8 pakken sinaasappelsap, 100 plastic bekertjes (die spoorloos verdwenen lijken), 2 starlijsten, 2 bekers, 4 medailles, 2 leenfietsen, 1 leen-opzetstuur, had geregeld én een geweldige groep vrijwilligers had gevonden die ons allen veilig lieten starten, oversteken, finishen en met uitgebeten koppen op de digitale plaat vastlegden, kon ik zelf ook nog een rondje rijden.

Waar was ik aan begonnen? Dat was de gedachte die door mijn hoofd maalde toen ik wegreed. Door de organisatiestress (naast deze TijdstrijdersCup ook voor het Prinsenstad Toernooi het weekend ervoor) had ik al twee weken nauwelijks meer op de fiets gezeten. Tot overmaat van ramp had ik afgelopen dinsdag tijdens het opruimen van wat monitoren een spier in m’n nek verrekt. De last die ik hiervan ondervond was behalve wat pijn overdag, vooral dat ik ’s nachts wakker werd als ik me draaide. Maar er was geen weg terug.

Na 7 kilometer dacht ik nog:  ik rijd regelmatig tijdritten waar ik nu al weer binnen ben, zou dat nu niet heerlijk zijn? En, doe ik mezelf dit echt vrijwillig aan? Pas na het stuk met tegenwind, waar ik de snelheid met moeite boven de 30 kilometer per uur hield, gingen die gedachten weg. De omgeving begon weer vertrouwd aan te voelen. Toen ik de Vogelweg overstak – en een vrijwilliger een auto tot kalmte maande – keerde het in mijn hoofd echt om: oh, ik hoef maar een keer rond.

Voor de wind ging het niet onaardig. In eerste instantie zo’n 45 à 46 kilometer per uur, tegen het einde ruim 48 kilometer per uur met een piekje boven de 50. Toen de finish niet ver meer was perste ik het laatste uit me wat in mij was. De tijd was niet om over naar huis te schrijven (waarom blog ik er dan wel over?): 1:05:32. Ik reed hier al twee maal sneller, op één dag wel te verstaan.

Toch heb ik genoten. Zoveel gelijkgestemden bij elkaar. Dus ondanks alle zorgen vooraf, en het lijden op de fiets, zal ik me hier volgend jaar weer aan onderwerpen. Vrijwillig…