Drie jaar op rij versloeg ik het monster dat huis kan houden in de Flevopolder. Ik raakte er bedreven in. Wat zeg ik, ik raakte verslaafd. Vorig jaar had ik een griepje, want anders had ik da monster natuurlijk weer neergesabeld. Lijkt me logisch…
De logica leerde: beter in vorm dan in 2009, vergelijkbare omstandigheden, dus een p.r. Kind kan de was doen. Gewoon drie uur vijftien blijven trappen. Simpel plan. Enkel nog uitvoeren…
Dus nadat ik de ware MTR-helden, Vincent, Tim en Theo een beetje had bijgestaan, ging ik me opmaken voor drie rondjes. Voor het eerst zonder muziek, voor het eerst met SRM. En met een cammelback. Puntjes op de ï.
Het eerste rondje ging goed. Vermogen op geplande waarde, snelheid op geplande waarde, hartslag op geplande waarde. Lijf: ok. Het drinken ging echter wat minder. Ik kreeg de meegenomen energiedrank nauwelijks weg, en het water leek na te bruisen van de bruistabletten waarmee ik de camelback had schoongemaakt. Ik kreeg het nauwelijks weg en m’n maag protesteerde.
De eerste rondetijd was echter prima, dus vol goede moed begon ik aan m’n tweede rondje. Al begon mijn zitvlak enorm te irriteren, mijn rechtervoet zwol op, en mijn bovenbenen begonnen pijn te doen.  Tempo en vermogen waren nog goed, maar mijn hartslag begon te zakken.
Na zo’n zestig kilometer haalde ik de renner in die voor mij gestart was, dat gaf wat hoop. Sportdrank kreeg ik echter nauwelijks naar binnen en water uit de cammelback werkte ook niet.
De snelheid zakte, de wind nam toe. De hartslag zakte verder, het vermogen zakte dramatisch. Zoef! Daar werd ik weer terug ingehaald. Hoe ik ook probeerde ik hield hem niet meer bij. Ik voelde me leeg. Ik voelde m’n benen. Ik voelde m’n zitvlak. Ik voelde m’n rechtervoet. Vol zelfmedelijden peddelde ik voort. Ik ging rechtop zitten, richting de finish had ik de wind in de rug. M’n snelheid ging nauwelijks omhoog. Did Not Finish.
Het monster had teruggeslagen. Corniel-Monster: 3-2.
Daar sta je dan, langs de kant. Vermoedelijk omdat je je cammelback niet goed hebt uitgespoeld nadat je hem hebt gereinigd met bruistabletten. Die dingen zijn (niet voor niets?) toch vooral bedoeld voor een kunstgebit.
N.B. Het nadeel van een publiek figuur zijn – ookal is het dan binnen de kleine intieme tijdritwereld – is dat velen je aanspreken op tegevallende prestaties, terwijl je het liefst onder een steen zou willen schuilen, en wachten tot het weer over is.