Na door vakantie en in tweede instantie door een yet-lag twee edities te hebben gemist was ik vanavond present voor de vierde aflevering van de Waardrenner Tijdrit Competitie. Ik was keurig optijd aanwezig, om te constateren dat mijn voorbereiding – die op sommigen wellicht dwangmatig/manicaal/neurotisch/en wat dies meer zij gevonden zal worden – toch nog haperde. Ik was mijn tt-fietspomp vegeten. En zoals de kenners weten, op veel tt-wielen pas een toer-cross-baan-weg-pomp niet zomaar op elk tt-wiel. In mijn geval zelfs op geen van beide.
Gelukkig was de organisatrice in het bezit van het benodigde gereedschap, en kom met verenigde krachten gewerkt worden aan de benodigde 9,5 bar druk die zouden moeten bijdragen aan sportief succes in de winderige polder van Lekkerkerk. Nadat ook de financieële schuld was ingelost kon het echt beginnen.
De verkenning/verwarming (welilcht dekt verkenningskachel de lading) leerde dat de wind straf was, of zelfs meer dan dat, en dat hij mijn of meer pal tegen en daarna vol in de rug. (Pal mee, dat bekt niet.) De s-bocht lag er grintig (niet te verwarren met grinta) bij , en het keerpunt was schoon. De 40 km/u handhaven zou het uitsterste vergen en wellicht niet altijd lukken. De terugweg kachelde ik lekker door, en klokte een max. van 61 km/u, een persoonlijk record, en wellicht had ik nog iets harder gekund. Het voelde in iedergeval vurrukkulluk.
De wedstrijd zelf ging de eerste 7 minuut 21 prima. De s-bocht was ontgrind door een road-marshall, een van de vele vrijwilligers die het mogelijk maakt om ons zo de vernieling in te rijden, zonder te hoeven afstappen (al dan niet te hard), en het keerpunt ging wat mij betreft acceptabel. Ik zakte eventjes onder de 40 maar structureel zou ik het niet noemen.
Na het keerpunt ging de snelheid om hoog en versnelde ik langzaam maar zeker van 48 km/u naar zo’n 51 km/u. Helaas zag ik voor mij nu met rasse schreden een agrarisch voertuig dichterbij komen. Een voertuig dat op de heenweg nog keurig stil stond was het wachten wellicht beu, en aangezien de max onder de 40 was, kon ik zo’n twee minuten lang uitrijden. Inhalen was geen optie. Het voertuig was breder dan het fietspad. Daar ging een p.r. en wellicht ook m’n top-klassering. Berustig ont-/versiert door twee krachttermen was mijn deel.
Een snelle rekkensom (nu ja, met een hartslag van rond de omslag lukte het mij nog niet) leert dat ik (afhankelijk van het eindschot) tussen de 20 en 30 seconden vertraging opliep. Vooral nuttig voor mezelf om te weten waar ik sta. Je koopt er geen brood voor. (Gelukkig hoeft dat ook niet, want ik zou Rasmussen verslaan qua BMI in dat geval, een hele prestatie). De organisatie heeft me een tijdcorrectie gegeven. Een sympathiek gebaar dat ik om die reden niet afsla. Sowieso was ik tweede geworden in mijn categorie geloof ik. De nummer een reed een klasse beter.
En nu moet ik terug om mijn p.r. terplaatste tot een tijd onder de negen mintuten aan te scherpen, al was ik sowieso van plan om terug te komen. Het is namelijk geweldig mooi rijden door de Krimpenerwaard, zelfs met wat klein agrarisch leed.