Archive for the ‘Nøbel’ Category

Drop

Wednesday, February 10th, 2010

Meten is weten, gissen is missen. Het is een dooddoener eerste klas (ik kreeg hem in de tweede, edoch dit ter zijde) maar voorwaar, ook zeer waar. Om die reden was ik al enige tijd op zoek naar en manier om te bepalen of ik beter op m’n racefietsen kon zitten. Het liefst zo diep mogelijk. Drop it like it’s hot. Wat kon mijn lichaam aan? En, was dat dan ook verstandig?

Nu is het net als met echte wetenschap zo dat er verschillende methodieken zijn, waarvan de een niet noodzakelijk beter is dan de ander. Zo heb je BioBike dat redeneert dat als je bij constante hartslag het meeste vermogen levert, dat dan ook automatisch je meest comfortabele positie is. Los van de aerodynamische factor, voor een tijdrijder niet onbelangrijk, een interessante uitgangsgedachte. Ook de on the fly aanpasbare BioBike is indrukwekkend. Duur…

Dan heb je fietsmeting.nl (Chris Brands).  Voor 160 euro (toch een flink bedrag) meet ie je helemaal na, en zet je vervolgens op en ergometer. Daar wordt een filmpje van opgenomen en geanalyseerd. Heel indrukwekkend, maar ook een flink bedrag.

Voor mijn Gazelle V8 was ik door bikefitting.com mangel gehaald. Een typisch geval van de wet van de grote aantallen. Veel maten in een database, een magische formule en tada: een uitkomst. Leuk natuurlijk, maar goed, ik ben niet geïnteresseerd in wat goed is voor de massa. Het is echocentrisch, maar in dit geval gaat het alleen om mij…

Maar goed, toen Jan van Dijk, die in het digitale leven meer naam maakt als MTB-fool (I rest my case) mij uitnodigde om een (bikefitting) meting te laten verrichten, was ik toch benieuwd. Vooral omdat m’n locale fietsenboer destijds wel de Gazelle had afgesteld na aanleiding van de meting, maar geen ‘nazorg’ had geleverd. Die nazorg zou toch het verschil tussen WFM (Wet Finger Method) en het meten is weten.

Over de reis ernaar toe kan ik kort zijn: die was (met dank aan de sneeuw) lang. De ontvangst was hartelijk. Ik heb altijd moment nodig om aan mensen met een zuidelijke tongval te wennen, het ging dit maal bijzonder snel. Als snel werd ik langs de meetlat gelegd. De cijfers waren (gezien de eerdere meting) geen verrassing, al heb ik de oude uitkomsten niet meer. Wel heeft onze fool een schrijffout gemaakt want mijn rechtervoet is echt geen 8 mm korter dan mijn linker (wel 2mm langer, en ze waren al zo groot).

Maar toen het echte werk. Naar het gepruttel van de PC en  het ratelen van de printer het handwerk. Het kijken naar de positie. Hoe zit je op dat ding?

Vol verbazing ging de rolmaat van midden zadel tot het cranckstel. Maarliefst 84 cm! Die verrekte computer kwam op 801 mm. Ik verzekerde hem dat ik met mijn zit (op het uiterste puntje) prima zat. Dat was nog steeds 81 cm, dus we gingen eens kijken. De conclusie: ja, dat kan wel. Door die bageerschuiten van je, en door de grotere hoek, overstrek je je knie  niet. En bedankt.

Maar de drop – een voor m’n tt ging het me daar toch om – was niet goed. We kwamen op 18 cm, 45 mm meer dan geadviseerd. Tja, voor comfort ga ik wel op de bank zitten. Jan dacht er het zijne van, en vond het onverstandig.  Het is vragen om klachten. Ik zal eerlijk zijn: ik houd het in m’n achterhoofd en als ik last krijg tijdens het tijdrijden, gaat ie alsnog omhoog.

Maar dan de Gazelle. Afgesteld op basis van een meting. Niets mis mee. Maar dit stuk eigenwijs, met spacertorenallergie, had z’n spacers er tussen uit gehaald. Ik ben toch geen toerder. Ik ben een tijdrijder, en die zitten diep!

“Je zit verkrampt, je schouders hangen.” Jan pakt me bij de schouders beet. Ik moet toegeven dat ik al een jaar lang pijn heb in mijn linker arm en schouders als ik langer dan een uur op de fiets zit, een kwaaltje dat ik al een jaar voor iedereen verzweeg. De rolmaat komt er bij: 1,5 cm. Precies de spacertoren die ik had verwijderd. Zonder pardon wordt de schroevendraaier in het balhoofd gestoken. De spacers gaan weer onder de stuurpen…

Ik voel me zweven op de ergotrainer. Die 1,5 cm is echt een wereld van verschil. Ik houd me nog een beetje groot en zeg dat ik het zo wel houd, maar het stemmetje in m’n hoofd zegt: wow, relaxt! De tijd moet het leren natuurlijk, maar het zou zomaar kunnen dat iemand mij vanavond een heel onverstandig en eigenwijs idee uit het hoofd heeft gepraat ten faveure van mijn schouders. Afzien tijdens een tijdrit of criterium is tot daar en toe, maar een lange training moet ook comfortabel zijn. Toch?

De ploegleider was mee, en tot nu toe had hij vooral gezien dat alles goed was. Nu moest hij er zelf aan geloven. Aangezien ik literair (of wat daar voor door moet) in alle rangen en standen geklopt wordt door deze grootheid, verwijs ik u gaarne door naar zijn blogsel over zijn bevindingen van de avond. Dan leest u ook eens iets vermakelijks.

Borat

Saturday, January 16th, 2010

Het is zaterdagmiddag. Het dooit, en zoals je van je grootmoeder al leerde: na dooi komt regen. O nee, het was iets anders, maar goed, het punt is duidelijk, het is kwalitatief uitermate teleurstellend weer. Kwantitatief ook trouwens. Ik trek m’n winter wieleroutfit aan, als ik een sms-je krijg: “Ik wist niet dat jij regelmatig verkleed gaat als Borat.”

Ik frons mijn wenkbrauwen, krab me theatraal op het achterhoofd, kijk heel moeilijk. Hoezo?  Ik? Ik heb helemaal niets groens in de kast, laat staan een string. En ik ga niet arena vol met rednecks staan, om dan allerlei Veësvania onvriendelijke dingen te zingen. Zulke masochistische acties zijn aan mij niet besteed. Noch zulke ongenuanceerde gedachten, toch?

Het sms-je vervolgt: “Broek is goed, shirt is wat kort. Groetjes JC en J” . Vriend JC (niet te verwarren met het orakel uit Betondorp, of die hippie die over water liep) heeft wielerkleding van me gekregen en mag mijn oude stalen racer lenen. Ik heb hem overgehaald om 11 april aan de TijdstrijdersCup me te doen. Wilde hij van te voren trainen, de fanatiekeling. en kennelijk heeft vriendin J het passen met rijzende verbazing gade geslagen.

Maar goed, ik moet me haasten. Vandaag een lange duurtraining met VDB en J, niet te verwarren J de vriendin van JC. Kende ik ook maar wat Q’s, W’s en Z’en, dat onderscheidt wat makkelijk. Lekker D1-en langs de ringvaart. Goed voor ruim negentig kilometer. Het is (net) boven nul, de sneeuw prut langs de weg is hier en daar glad, de wind maakt het guur. Gelukkig is de voorspelde regen uitgebleven.

Na twee uur, begint het wat harder te waaien. Vooral J is niet warm genoeg gekleed, maar ook VDB en ondergetekende krijgen het een beetje koud. We eten, maar het effect valt tegen.

Een uur later gaat de wind liggen, helaas krijgen we alsnog regen op ons dak. VDB slaat af. Dan is ie sneller thuis,  J en ik rijden door. Langzaam maar zeker worden we natter. Wat een masochisten zijn we eigenlijk. Je zou nog beter rednecks op stang kunnen jagen in een warm en zonnig Texas…

Spek

Saturday, January 9th, 2010

Aangezien m’n liefje zware promotiestress heeft, en ik in tegenstelling tot eerdere jaargangen, heb besloten de basis van mijn wielerseizoen qua trainingsvolume in het voorjaar én de wintermaanden te leggen, ben ik vandaag lekker gaan trainen met Il Boia en Bruco. IJs en weder diende, was de afspraak. En ijs was er, het (mooie) weer was in geen velde of wegen te bekennen.

Bij gebrek aan walrusachtige speklaag was ik vandaag dik ingepakt. Naast een standaard koersbroek, beenwarmers, thermoshirt met lange mouwen, wielershirt, lange broek, armwarmers, winterjas, bivakmuts, neopreen overschoenen, had ik mijn standaard handschoenen maar vervangen voor een wollen exemplaar. Een verstandige keuze.

Het blijft moeilijk, ‘zomaar’ trainen. De deur uit, een rondje kiezen dat lang genoeg is voor wat je in het hoofd hebt. Liever knoop ik er iets aan vast. Een bezoekje aan m’n ouders, vrienden, of verenig ik het nuttige met het (soms minder) aangename, in de vorm van woon-werk-verkeer. Dit keer was het in die zin makkelijk dat de beul de route en het tempo koos. En dat hebben we geweten.

De vooraf overeen gekomen één à twee uur, afhankelijk van het weer, bleek nogal rekbaar. Met zowel de twee uur, als Leiden in zicht, besloot de beul, dat er nog wel een lusje aan vast geknoopt kon worden. De ei veranderde in een ij, en mijn linker bovenarm en schouder protesteerden (een pijntje dat ik wel vaker heb, maar ook versterkt door vorig jaar) hevig. De twee blikjes cola die ik bij me had, waren nauwelijks afdoende om de suikervoorraad op peil te houden.

Toen de haven voor de tweede maal in zicht kwam, kreeg ik visioenen van gebakken eieren met spek, en de rups zag hamburgers vliegen. Of hij die laatste heeft verorberd bij wijze van lunch weet ik niet, maar mijn visioen werd voor de verandering de waarheid. En vanavond maak ik denk ik samen met m’n liefje die zakjes spekjes soldaat, die nog uit een kerstpakket afkomstig zijn. Zolang het zo koud blijft, kan ik maar beter een beetje meer op een walrusje gaan lijken.

2009

Thursday, December 31st, 2009

Of ik er van ben – of niet – doet niet ter zake. Bij deze schrijf ik er een. Een terugblik. Omdat zij het ook doen. Kuddegedrag natuurlijk, maar wat zou het.

Het was mijn  tweede jaar als wedstrijdrenner. Bij het B-garnituur – da’s waar – en zonder succes bij de wegwedstrijden, maar ik ben gegroeid. Zo werd ik tweede tijdens een trainingswedstrijd van mijn onvolprezen wielervereniging en reed ik een aantal korte uitslagen tijdens tijdritjes die er door de bank genomen niet zoveel toe deden. Zoals in Streefkerk, onder het toeziend oog van een aantal heuze fans.

Het meest trots ben ik echter op de progressie die ik geboekt heb tijdens de monstertijdrit. Daar reed ik mijn pr aan flarden en bleef op het 122,4 kilometer lange parcours steken op een gemiddelde snelheid van 37,1 km/u. Voorwaar een prestatie die het melden waard is.

Het belangrijkste pr dat ik dit jaar brak was echter die op het thuisparcours van Woubrugge. Met zeven seconde weliswaar niet de progressie die ik had gehoopt, maar wellicht dat het daardoor makkelijker is om e.a. in 2010 beter te doen.

Teleurstellingen waren er ook.  Zo bleef ik net onder de 40 km/u op een winderig Texel, greep ik officieel net naast de bloemen tijdens het CK, trad toe tot het kamp der dertigers, en kneusde ik mijn rib tijdens de lompste actie van 2009.

Ik raakte zelfs in een serieuze winterdepressie, totdat mijn nieuw aangeschafte crosser me daar uittrok, en ik heuse winterpret beleefde op de fiets.  Hierdoor trapte ik nog net 6.730 kilometer weg. Minder dan in 2008, en nog veel minder dan gepland, maar beter dan gevreesd in oktober. Nu de blik weer vooruit en verder met de trainingsopbouw. Ik heb mooie doelen voor het nieuwe jaar. Daarnaast: Terugblikken is ook zó 2009.

Winterpret

Sunday, December 20th, 2009

Omdat de fraude moest worden gecompenseerd, m’n moeder me wel weer eens wilde zien, m’n liefje heel hard met haar promotie bezig is en dus andere dingen aan het hoofd had én omdat het weer gewoon te mooi (al dacht niet iedereen daarover gezien negatieve reisadviezen en heus weeralarm) was om binnen te blijven zitten, besloot ik dat het vandaag een mooi moment was voor een lange D1-training. Lekker op de cyclocrossert richting Lopik, om ter plekke te controleren of ons wielertalent nog steeds genoeg rust neemt, en genoeg spiermassa opbouwt.

Om met dat laatste te beginnen: ziet er prima uit. Komt wel goed met ’t manneke. De training zelf was echt fantastisch. De knisperende sneeuw onder de noppen. De otomobielen die zich glibberend  door rotondes manoeuvreren, waar ik heerlijk strak door heen kon sturen. Ja, vandaag was ik bijna net zo snel als de otomobiel op Neerlands binnenwegen.

Dat was ook wel de plek om te fietsen. Die binnenwegen. Fietspaden waren in geen velden of wegen te bekennen. Zij zijn ongetwijfeld niet weggelopen, maar te bekennen, ho maar. Alles wat sneeuw wat er blonk. Dat had wel een nadeel: Pekel. Maar goed, bij paps en mams thuis dat er maar even netjes afgeborsteld. Dat was wel nodig ook.

Na een korte pauze met gebakken ei, cola én chocolade was de inwendige mensch weer afdoende versterkt. Zeker toen de stroomvoorziening er ter plaatste de brui aan gaf wist ik het zeker. Terug naar huis. Daar is het behaaglijk warm en wacht de boerenkool met worst en spekjes. Liefde gaat – zeker na een lange training – door de maag.Dus voor dat de schemer inzette, weer op de fiets, en gaan.

Dan denk je dat je een bekende route rijdt, maar met veel sneeuw in inmiddels ingevallen duisteris, valt dat toch best tegen. Zo stond ik oppeens volledig ongepland in Driebruggen. Gelukkig had ik de Garmin bij me. Voor de niet ingewijden, dat is een soort TomTom, maar dan een die als fietst ook acceptabel doet. Zo kon ik 100,59 kilometer later toch nog op tijd aanschuiven voor een heerlijke maaltijd. En met dank aan m’n nieuwe Sugoi broek: geen centje pijn.

Fraude

Wednesday, December 16th, 2009

Sinds enige tijd houd ik online mijn kilometrage bij. Vanaf vandaag verstrekt deze website naast de gelogde ritjes, ook informatie over het totaal der tellerstanden. In een klap werd duidelijk dat ik – gelijk de accountant van ’s lands grootste kruidenier – door het seizoen heen, meer dan honderd ‘overige’ kilometers ten onrechte had opgevoerd als trainingsarbeid.

Ik heb ze direct afgeboekt op de balans. Tevens bied openlijk mijn oprechte excuses aan, voor dit zware vergrijp:
O, wijze trainer (en andere gedupeerden), ik zal het nimmer weer doen, ik beloof beterschap.  Wees mij genadig, het was niet met kwade opzet, en ik maak de gemiste trainingsarbeid dit jaar nog goed.

Hopelijk stemt dit mild en blijft het bij een berisping en een niet al te zware straftraining…

Fan

Sunday, December 13th, 2009

Vroeger was ik fan – zoals vele kleinzonen – fan van m’n oma. Ze was een creatieve tanteoma, die schilderde, wandkleden maakte, en met de figuurzaag nachtlampjes kluste, maar bovenal was ze een goede kok. Befaamd en geroemd werd haar chocoladecake. Ook als kleine jongen ging de liefde al door de maag, en het moge vanzelfsprekend zijn dat we zouden trouwen, en dat ze dan elke dag chocoladecake voor mij zou bakken. Een korte blik op mijn postuur doet vermoeden dat het hier nooit van is gekomen. En dat is juist: mijn oma overleed in het vroege voorjaar van 1988. Haar fan bleef rouwend achter.

Het duurde lang voordat ik mij weer fan zou noemen. Het was in de zomer van 1996. Ik had een verzamel-CD gekocht van rocklegenden, en een van hen bekoorde mij bovenmatig. Zijn naam was Jimi Hendrix, en het gitaarspel dat hij ten beste gaf, was – en is – van uitzonderlijkefenomenale klasse. Ongeëvenaard. Bijkomend voordeel was, dat hij al jaren niet meer onder ons was. Dat verdriet zou me bespaard blijven.

Ik had niet gedacht dat ik ooit een derde persoon aan dit illustere rijtje zou toevoegen. Houd me ten goede, mijn geliefde voldoet aan alle randvoorwaarden, en ik adoreer haar zeker. De verhouding tussen een fan en een held is echter geen gezonde basis voor een liefdesrelatie. Ik ben liever haar minnaar én geliefde.

Nee, mijn nieuwe held is een wielrenner. Hij levert noch buitenaardse fietsprestaties, noch schakelt hij de overwinningen aaneen. Nee, hij praat en schrijft met een bezieling over de sport dat het een aard heeft. Daarin ontziet hij zich niet. Steevast weet hij met een overdosis zelfspot de situatie te kenschetsen. Hij is het bewijs dat je geen groots kampioen of talent hoeft te zijn, om te genieten van wat je doet. Plezier en toewijding zijn vele malen belangrijker. Het vervuld mij als volger met dat zelfde warme gevoel.

En om misverstanden uit de weg te ruimen: het is geen koekenbakker, zeker niet. Hij heeft alleen de pech dat de meesten die langzamer zijn dan hij (en dat zijn er velen) doorgaans niet opstappen als er een wedstrijd wordt verreden. En ik heb al strijdend op de fiets, al menig maal mij meerdere moeten erkennen in mijn held. Sterker nog, ik heb bijkans eenmaal verslagen. Tijdens de proloog van de GP Vijfhuizen. In het daaropvolgende criterium liet hij me alle hoeken van de steentjes zien…

Vandaag – ik was getuige – was het niet anders. Graag was ik vandaag de strijd met heem aangegaan, maar deze kneus is gebleseerd. Ook andere renners waren verhinderd, en zo stond mijn held in een wel heel karig startveld aan de start. Dat deerde hem niet: hij ging tot het gaatje. Met waarden om trots op te zijn (Int.: 63%; D3: 37%; D2,D1, H: 0%) volbracht hij de missie. De bloemen en een plekje op het hoogste schavot waren zijn deel.

Toch is zijn reactie op deze overwinning typerend. Hij was liever derde bij de veteranen geworden mét concurrentie. Het was hem gegund. Nu nog even geduldig wachten tot hij ons in eigen persoon deelgenoot maakt van zijn belevenissen op zijn blog. Ik ben voorwaar benieuwd!

Krak

Wednesday, December 9th, 2009

Al enige tijd ben ik minder tevreden over m’n – archaïsche – pedalen. Vooral de BBB-variant die ik op twee van de drie fietsen heb gemonteerd hebben kuren. Zo af en toe zegt – tot op heden alleen de linkerzijde – krak, en is er een palletjeveertje afgebroken.

Derhalve heb ik onlangs nieuwe – naar het schijnt hippe – pedalen besteld: Speedplays.  Maar zoals dat gaat: eerst moesten de oude er af. Dus vrijdag met de steeksleutel in de weer. Drie van de vier gingen prima. Die laatste had wat meer voeten in de aarde. Dus ik met m’n volle gewicht op de bovenbuis, en afzetten. Krak! Auw!

Dat deed zeer. Maar ik ben een bikkel – naar het schijnt, want ik ben tijdrijder – en had er in eerste instantie geen last van. Dus zaterdag een zware Tacxtraining,  en zondag ’s ochtends een cyclocrosswedstrijd en ’s avonds het liefje zo nu en dan opgetild, zodat ook zij de capriolen van Rammstein op het podium kon ontwaren.

Tot gisteren. Het begon serieuzer pijn te doen. ’s Nachts heb ik alleen op m’n rug gelegen – draaien ging niet meer – en liefje vond dat ik maar naar de huisarts moest. Ik heb dus een rib gekneusd. Mocht ook direct door naar LUMC voor fancy plaatjes. En de komende vijf weken rustig aan, en niet te veel lachen: dan hoor ik een krak.

Bruin

Sunday, December 6th, 2009

Het was mijn ontgroening. Vandaag, tijdens de SwiBo-cross, op de lokale omloop van m’n wielercluppie trad ik aan tegen een grote horde jonge – en minder jonge – mannen die op hun mtb’s en cyclocrossers hun competitie afwerken.

Vanaf de start had ik het zwaar. Het deed zeer, heel veel zeer. Mijn hartslag schommelde tussen de 5 slagen boven mijn omslag punt en 1 slag onder mijn maximum. De blubber kwam uit mijn oren, en was met geen mogelijkheid van mijn bovenbenen meer te krijgen. Ik ben niet gevallen – dat schijnt voorwaar een prestatie te heten –  maar naar een half uur was de koek op. En dat terwijl de opgave was om vijftig minuten plus een rondje zandtaartjes te bakken.

Het was het mooi geweest. De kleur van mijn kleren en fiets waren duidelijk niet groen meer…

Tacxen

Saturday, December 5th, 2009

Ik tacx, zij kijkt tv tacxt, wij tacxen. Een raar werkwoord, voor een rare bezigheid.

Vandaag had ik een afspraak met een fotograaf. Zo’n echte, met een hele tas spullen, drieduizend lenzen (of was het nu met lenzen van drieduizend euro?) en megahippe camera. Hij moest bestuurders vastleggen. Nu valt er op de rollenbank of op de Tacx  niet zoveel te sturen natuurlijk, maar dat weet zijn opdrachtgever gelukkig niet.

Binnen trainen is niet mijn favoriete bezigheid. Ik kijk de hele dag al naar beeldschermen, en zelfs in een D1 gutst het zweet al van het lijf.

Maar goed, ijdel als ik ben had ik van te voren bedacht dat het er wel een beetje indrukwekkend uit moest zien. Dus ik had een flinke interval training gepland voor mezelf. Afzien met een hoofdletter A.

En dan stap je na drie kwartier bezweet en totaal uitgewoond af:
– Zit de foto die je zocht er tussen?
– Ja, de vijfde of de zesde die ik schoot.
– En hoeveel heb je er geschoten dan?
– Ach, een stuk of negentig denk ik…